vrijdag 28 augustus 2015

We zijn er bijna, maar ...

Ik was vrij snel met mijn blog over het Nederlandse consulaat, en hoe hard zij falen. Mijn avontuur bij de Belgische ambassade liet wat langer op zich wachten.
We mochten dus de aanvraag doen bij de Belgische ambassade in plaats van bij het Nederlandse consulaat. Het paspoort voor de kleine man mag ik in Havana, Washington of op Schiphol bestellen. Wat een feest.

Laten we maar beginnen met het visum vóórdat we ons zorgen maken over het paspoort (al doe ik dat uiteraard al..). Om te voorkomen dat we weer voor saus de hele trip naar Kingston zouden maken, nam ik contact op met de ambassade. Ik was al blij dat ze de telefoon opnamen, dit is bij het consulaat nog nooit gebeurd.
Nadat ik de situatie had uitgelegd, kreeg ik de bevestiging dat België nu inderdaad de aanvragen op zich neemt. De procedure zou hetzelfde zijn, maar ik moest ze toch maar mailen voor de documenten en een afspraak. Ook de mail werd, dezelfde dag nog, beantwoord. Weer pluspunten verdiend!
De aanvraag was bijna hetzelfde, en leek in sommige opzichten zelfs makkelijker dan de Nederlandse. Mooi zo. De afspraak was ook vrij snel gemaakt. De kleine man moest mee, omdat ze hem in het echt willen zien.

De trip naar Kingston begon. De kleine man had het wel naar zijn zin, op de achterbank in zn mooie autostoeltje. Hij heeft vooral veel uit het raam gekeken. Eenmaal aangekomen op de ambassade kakte hij toch wel een beetje in. Uiteraard heeft hij eerst nog zijn charmes in de strijd gegooid bij het personeel, zijn gilletjes geoefend in de wachtruimte, om vervolgens zachtjes snurkend op mijn schoot in slaap te vallen.
De aanvraag was prima. Mijn wederhelft was onwijs zenuwachtig, maar alles was goedgekeurd. We kregen een papiertje mee met daarop het dossiernummer en de bevestiging dat de aanvraag in behandeling is, maar zij nog voor extra documenten konden vragen mocht dat nodig zijn.
We waren sneller buiten dan we dachten, en onze driver (een vriend van mijn wederhelft) was nog nergens te bekennen. Hij had de autosleutels, en de telefoon van mijn wederhelft lag in de auto, dus konden we hem niet bellen dat we al klaar waren. Het raam stond een klein beetje open en ik heb vrij dunne armen. Ik gaf het een kans, en ja hoor, ik kon de deur zó openmaken (misschien toch een carrière bij Fast and the Furious overwegen).

De aanvraag zou tien werkdagen in beslag nemen, wat erop neerkomt dat je precies twee weken mag wachten. We kregen na zeven werkdagen bericht. Men wilde graag extra documenten hebben, en oja, de verzekering is niet goed.
Ik snapte niet wat er mis was met de verzekering. We hebben de Schengenverzekering van OOM genomen omdat die aan alle eisen voldoet. Maar men was het daar niet mee eens;

'The OOM insurance is not accepted since it is not a Schengen Travel Medical insurance (see exclusions)
Major insurance companies as AXA, Allianz, EuropAssistance, … offer the proper insurance.'

Het komt er op neer dat we precies dezelfde verzekering moeten afsluiten, maar bij een andere instantie. OOM begreep er zelf ook niet bijster veel van. Omdat de ambassade het graag wil, hebben we nu een verzekering bij Allianz. Die exact hetzelfde is. Maar he, wat is een overheid zonder bureaucratie, kastjes en muren? De 'exclusions' waar ze het over hebben heb ik nooit kunnen vinden.
Verder wilden ze de geboorteakte van de kleine man hebben. Geen idee waarom. Om te kijken of het écht onze zoon is? Mijn wederhelft mocht nog een verklaring van zijn werkgever regelen waarin staat dat zijn vakantie is goedgekeurd. En ik moest mijn drie laatste loonstrookjes inleveren. Ik. Ík? Voor het visum van mijn wederhelft? Hoe heeft dit met elkaar te maken? Als het nou nog voor de kleine man was, zou ik het snappen; het zou dan kunnen bewijzen dat ik, en dus hij ook, terugkeer naar Jamaica. Maar voor de aanvraag van mijn wederhelft? Hij heeft zelf een baan waar hij vier jaar werkt.
Ik heb geen werk meer, dus kan ik ook geen loonstrookjes inleveren. Ja, ik kan iets moois maken in Word en dat opsturen, maar als ze daar achter komen heb je de poppen aan het dansen. Het leek mij de beste optie om een brief te schrijven en daarin toe te lichten waarom ik niet meer werk. Zwangerschap, kleine baby, geen mogelijkheid voor opvang, werkvisum verloop binnenkort, staatsburgerschap in behandeling, dat soort werk. Netjes uitgelegd, met de contactgegevens van mijn oude werkgever erbij mochten ze willen controleren dat ik niet ontslagen ben of iets dergelijks.

Maandag gaan we alle documenten printen en per koerier opsturen. Gelukkig hoeven we dit niet zelf langs te brengen in Kingston, ze hebben ons immers al gezien.
En ja, dan zit er weer niets anders op dan wachten en hopen. Hoop met ons mee!

vrijdag 21 augustus 2015

Hoe het écht gaat

Dit is het vijfde stuk wat ik probeer te schrijven over dit onderwerp. Ik vind het zo moeilijk in woorden te zetten zonder te negatief te doen. Ieder stuk begint positief of neutraal, maar dan glij ik weer af in bitterheid. Dit is de laatste keer dat ik het probeer. Word ik weer negatief; het zij zo. Want dan is mijn situatie dus blijkbaar om te janken.

Per ongeluk Jamaica
Het plan was om, na een succesvolle stage en tijdelijke baan aldaar, na het afstuderen terug te gaan naar Mexico. Maar helaas was mijn baan vergeven aan een vriend van iemand van het Engelse hoofdkantoor. Mijn baas in Mexico was daar zuur over; hij wilde mij terug, omdat ik goed was in mijn werk. Maar helaas, 'mijn' baan was weg.
Toen begon de jacht naar ander werk. Vanuit Nederland solliciteren naar een baan in Mexico is lastig, omdat je eigenlijk alleen het internet hebt om te zoeken. Vrij weinig vacatures belanden online. Toch had ik er eentje gevonden; bij een internationaal duikbedrijf. Ik solliciteerde op hun vestiging in Mexico, maar kreeg uiteindelijk een aanbod voor Jamaica. Daarop heb ik ja gezegd, en zodoende kwam ik hier terecht.

Mijn werk was niet zo fijn. Best kut zelfs. Het duikcentrum was onderdeel van een all-in resort, maar de excursies en duiken waren niet inclusief. De gemiddelde hotelgast was een Heel Naar Persoon. Het leek wel alsof iedereen een high school bully was. Tel daarbij op dat de werkgever ook zeer a-relaxed was, en je hebt een mooi pakket. Maar, het was maar voor een jaar, hield ik mezelf voor. Ik zou geld kunnen sparen en doorreizen naar Mexico om daar op zoek te gaan naar een baan. Maar dat was voordat de relatie met mijn wederhelft serieuzere vormen aannam, voordat we besloten om te zien of ik zwanger zou kunnen raken, voordat de kleine man ter wereld kwam.
Ik heb twee jaar bij het bedrijf gewerkt, en het was ronduit verschrikkelijk. Een wisseling van management maakte het van kwaad tot erger. Om een lang verhaal kort te maken; ik werd als oud vuil behandeld en weggepest door mevrouw de nieuwe baas. Toen de plaatselijke grote baas mij een deal aanbood (ik kon per direct stoppen, mijn verlof uitbetaald krijgen en mijn borg in zijn geheel terugkrijgen) heb ik dat met beide handen aangepakt. Tot ziens, &%"$&
Ik heb totaal niet kunnen genieten van mijn zwangerschap, die zo heerlijk ongecompliceerd was. Het had zo mooi kunnen zijn. Net als de bevalling, maar helaas werd ik in het ziekenhuis gewoon als nummer vijf van de dag afgewerkt.

Nu werk ik niet meer, en in het begin was dat een verademing. Mijn stress-level daalde en de zwarte kringen onder mijn ogen verdwenen. Ik werkte zes dagen in de week, en was op de zevende bezig met huishoudelijke taken waar ik doordeweeks geen tijd voor had. Ik heb Jamaica totdat ik wegging dus gewoon niet meegemaakt.
Nu is dat wel anders. Ik zit er middenin, dag in dag uit. En ik vind het verschrikkelijk.


Jamaica - hoe het echt is
Hoe meer ik te weten kom van Jamaica en over hoe ik mij dien te gedragen, des te meer weerzin dit mij geeft. Ik mag dit niet doen, en ik moet dat doen. Wie mij ook maar een klein beetje kent, weet dat ik hier ab-so-luut niet tegen kan. Iedereen bemoeit zich overal mee.
Mijn wasgoed en wat ik daar al dan niet mee doe is blijkbaar uitermate interessant. Zó interessant dat ik er steeds commentaar op krijg dat ik het niet goed doe. Het mag niet in het donker buiten hangen, ik mag niet dezelfde knijpers gebruiken voor mijn was en de was van de kleine man, ik mag mijn ondergoed niet in het zicht hangen en ga zo maar door.
Het Christendom wordt me hier door de strot gedouwd. Afkeurende blikken als ik aangeef geen religie aan te hangen, en toen ik niet met een groep luidruchtig mee wilde bidden in het ziekenhuis, was de zaal te klein. Ondertussen dansen ze op feesten wel zoals God verboden heeft. Maar blijkbaar is een orgie met kleine kledingstukken aan toegestaan als je de volgende ochtend glory hallelujah staat te roepen met je armen de lucht in.
Hoe hard ik ook mijn best doe om te integreren, ik zal altijd de buitenstaander blijven. Degene die hier niet hoort. En dit laat men je goed merken ook.  'Ey whitey!'. Aanstaren. Wijzen. Nakijken. Lachen. En het staren en kijken is op een manier hoe je naar iemand kijkt waaraan je een hekel hebt. Je bewaart je speciale extra vuile blik voor die persoon. Mean Girls is er niets bij.
Mijn leven hier bestaat vooral uit tegenvallers. Keiharde tegenvallers. Iedere godganse keer dat ik iets probeer te regelen moet er wel wat mis gaan. Ik kan er dan wel een blog over schrijven op zo'n manier dat het grappig lijkt, maar dat is het natuurlijk helemaal niet. Hoe zou je je voelen als je de deur achter je dicht trekt om iets te gaan regelen, wetend dat het de hele dag kan duren en je uiteindelijk nog geen zier verder bent als je weer thuis komt?
De mensen hier lijken niets om elkaar te geven. Ze houden alleen van geld en over elkaar oordelen. Na de geboorte van de kleine man heb ik alleen cadeaus uit Nederland gekregen van vrienden en familie, en van internationale collega's hier. Van mijn schoonfamilie helemaal niets. Ja, bakken met commentaar over hoe slecht ik bezig ben als moeder. (Nog steeds, trouwens)
Vriendendiensten bestaan niet; er moet altijd geld tegenover staan. Toen ik hoogzwanger was, kon ik zelf de was niet meer doen. Ik had geen machine, en ik kon het niet meer naar de wasserette heen en weer slepen. Eén van de zussen van mijn wederhelft heeft een machine, en bood aan het voor mij te wassen (maar niet je ondergoed!). 'Wat lief', dacht ik, vlak voordat ik hoorde dat ik er wel moest voor betalen.

Ik mag dit en dat niet zeggen. Ik moet me overdreven netjes kleden als ik ergens naar toe ga. De lijst gaat maar door. Iedere dag komen er nieuwe dingen bij. Iedere dag voelt het alsof mijn keel een klein beetje meer dichtgeknepen wordt.

En nu?
Ik moet hier weg, voordat ik doordraai. Maar ik ben niet alleen; ik heb een kleine man en wederhelft. De kleine man is nog zo klein dat hij makkelijk mee kan. Dit ligt bij mijn wederhelft wel anders; hij heeft hier zijn familie, vrienden en is hier opgegroeid.
Als ik hier blijf, eindig ik als chagrijnige kettingrokende alcoholist met wild haar. Een dunne versie van Ma Flodder. Daar wordt niemand gelukkig van.

Ik weet niet zo goed hoe nu verder. Ik ben niet gelukkig met de huidige situatie. Ik heb al genoeg ellende te verweken gekregen, keer op keer weer. Ik ben er klaar mee.

dinsdag 4 augustus 2015

Waarom is hier nog een consulaat?

Er is een tijd een radiostilte geweest, toen begon het bloggen weer een beetje, en nu zomaar twee posts binnen dezelfde week. Want er gebeurt weer eens wat in mijn leven. Nou zou dat fijn moeten zijn, maar helaas zijn het niet zulke fijne gebeurtenissen.

In mijn vorige blog had ik het erover hoe ik stierf van de zenuwen over de paspoort- en visumaanvraag van de kleine man. Gisteren was het zover, we gingen naar Kingston. De kleine man bleef bij zijn tante en oma. Toen we terugkwamen kreeg ik m huilend in mijn armen gedrukt, met de mededeling 'Je moet hem eens wat vaker onder de mensen brengen!' Nee. Hij is vier maanden en jullie lopen de hele tijd met 120 decibel tegen hem te schreeuwen op 20 cm afstand van zijn gezicht. De hele familie wordt erbij gehaald, dus er staat een half dorp tegen hem te blèren. Misschien is dat het probleem?

Maargoed. Kingston. Na een lange rit (bijna 4 uur) waren we er. We waren te vroeg, maar dat was prima, want ik moest bij de printshop nog wat documenten printen en kopieren. Nadat ik voor de zekerheid ook nog maar wat extra geld had gewisseld naar Jamaicaanse Dollars, waren we er klaar voor. Nog steeds te vroeg, maar er was niemand aan het wachten, dus waagden we een poging of wij eerder geholpen zouden kunnen worden dan de afspraak die we hadden. Dat zou kunnen, maar men wilde eerst naar de documenten kijken.
Het begon al goed met de mededeling 'De baby moet aanwezig zijn.' Nee, dat moet hij niet. Minderjarig, jonger dan twaalf, beide ouders kunnen de aanvraag doen. Ik heb deze pietluttige regeltjes tot in den treuren uitgezocht, dus hou maar op met die bangmakerij.
Dan volgt er een enorme koude douche 'Wij doen de aanvraag niet meer.' Wat. Wat is dit nou weer?
Blijkbaar is sinds één juli alles qua visa afgeschoven op de Belgische ambassade. En het paspoort dan? 'Daarvoor moet je naar Cuba of Washington'. Cuba of Washington? CUBA OF WASHINGTON? Wat denk jij, dat wij zomaar even daar naartoe kunnen? Blijkbaar wel, want hij (de relnicht die blijkbaar de leiding in het lege kantoor heeft) zegt het op een toon zoals mijn moeder me zou zeggen om even een pak melk bij de Appie te halen.
Verder, om het leed waarschijnlijk te verzachten ofzo, vertelt hij ons ook nog even dat ze al flink wat aanvragen voor het verlengen van een paspoort weg hebben moeten sturen. Nou, dit verzacht niets, dit trigger mij alleen nog maar meer. 'Nou, dan communiceren jullie lekker, zeg. Ik heb recent, na één juli, contact gehad met BuZa en die wist mij ook niks te melden.'
Prutsers.
Nu kan ik dus gaan uitzoeken hoe ik het visum voor de kleine man en mijn wederhelft moet indienen bij de Belgische ambassade, want hoewel t hetzelfde visum is, hebben zij andere eisen. Uiteraard.
Als je de website van de ambassade bekijkt, is alles gericht op Belgen en voor het Schengenvisum met als bestemming België. Zouden zij weten dat zij nu het werk van het Nederlandse en Franse consulaat mogen doen?

vrijdag 31 juli 2015

Dit is het dan

In mijn vorige post had ik het erover hoe het voorbereiden van de visa- en paspoortaanvraag mij de nodige stress bezorgde. En dat ik honger had naar Nederlands eten.
Die stress werkt zich nu naar een hoogtepunt toe, en de honger is eindeloos.

De documenten zijn inmiddels gelegaliseerd. En, zoals gedacht, stelt het inderdaad niets voor. Het ministerie van BuZa van Jamaica schrijft op de achterkant dat het een echt document is, de Nederlandse ambassade in Cuba (via het consulaat hier) plakt een sticker onder die eigenlijk hetzelfde zegt. Wat kost dit vandalisme? Voor drie documenten het bedrag van omgerekend 110 euro.

Terwijl ik aan het wachten was op de documenten, kreeg ik een antwoord van de IND op mijn licht paniekerige vraag of ze het visum van de kleine man kunnen weigeren. Het antwoord luidt: Jazeker kunnen wij dat weigeren. Hij mag dan Nederlands zijn, maar zolang hij geen Nederlands paspoort heeft, kunnen we hem toegang tot Nederland weigeren. Niet in die letterlijke woorden, maar het was een redelijk botte mail. Het viel nogal rauw op mijn dak en al mijn hoop verdween als sneeuw voor de zon. Ik haalde allerlei doemscenario's in mijn hoofd dat ik mijn kleine man hier een maand achter zou moeten laten. Ik kon er gewoon niet van slapen. Nog steeds niet, trouwens.
Is het heel erg dat ik mij niet zulke zorgen maar over het visum van mijn wederhelft? Nee, want hij kan zichzelf prima redden. Ik zou er wél onwijs van balen, want dit is onze eerste echte vakantie samen, maar het zou niet zo'n drama zijn als wanneer ik mijn kleine man moet achterlaten. (Ik voel me al onpasselijk terwijl ik dit schrijf)

Voor het visumaanvraag van de kleine man moet hij aan dezelfde eisen voldoen als voor de aanvraag van mijn wederhelft. Dus hij moet ook een Schengen-verzekering (dat is nog makkelijk te regelen), maar hij moet ook bewijzen dat hij terug zal keren naar Jamaica om 'het risico op vestigingsgevaar uit te sluiten'. Hoe bewijs je dat? Een loonstrookje, werkgeversverklaring, eigendomspapieren van ontroerend goed of inschrijving aan een onderwijsinstelling. Oja. Dat heeft ie. Pfft.
Ik moet dus bewijzen dat ik terug zal keren naar Jamaica, omdat hij met mij meereist terug naar dit eiland. En dat is lastig, omdat ik zelf op mijn verblijfsvergunning wacht en momenteel werkloos thuis zit. Ik heb bedacht dat het contract met de advocaat die mijn verblijfsvergunning regelt best een goed bewijsstuk is. Net als mijn twee work permit letters van de twee jaar dat ik hier gewerkt heb. Dit zou samen moeten aangeven dat ik hier een tijdje ben, en hier nog een poos wil blijven. Ik zou anders ook niet weten hoe ik moet bewijzen dat ik zal terugkeren. Zal ik nog voor de zekerheid een briefje erbij doen dat ik niet hou van regen en wind?

De afspraak met het consulaat in Kingston is gemaakt. Of eigenlijk afspraken, want we hebben er drie nodig; Twee visumaanvragen en één paspoortaanvraag. Aanstaande maandag gaan we. De kleine man blijft die dag bij zijn oma en tante. Hij hoeft niet mee, en de wegen zijn hier zo gevaarlijk dat ik hem liever zo weinig mogelijk van hot naar her breng.
Ik controleer de documenten en sorteer ze. In de ene envelop zitten de papieren die wij nog moeten kopiëren (Geen kopie? Dan houdt het consulaat het origineel) in de andere zit wat ze mogen houden. Op mijn computer staat een mapje met documenten die nog geprint moeten worden. Ik heb alles. Dat weet ik zeker, want dat heb ik al honderd keer gecontroleerd. Maar toch moet het nog eens controleren. En nog eens. Ik zie het al voor me hoe we daar straks staan in het consulaat. 'Ja sorry, u mist dit ene papiertje nog. Maak maar een nieuwe afspraak.'

Maandag moeten we eraan geloven. Nog drie nachtjes wakker liggen en het is zover. En dat is het dan. Papieren inleveren en er het beste van hopen.


dinsdag 14 juli 2015

Stappenplan: hoe maak je jezelf gek?

Er is namelijk geen betere vakantievoorpret dan dikke vette stress. Nog beter is het wanneer die stress te maken heeft met bureaucratie waar je niets mee kan doen, behalve dan het alom bekende wachten.

We gaan op vakantie! Heuj! Mijn visum verloopt binnenkort dus moet ik het eiland af. Dat leek ons een goed excuus om op vakantie te gaan. Want één dagje overzees is ook zo karig. Maar voordat we kunnen gaan, moet er nogal wat geregeld worden. Ik kan zonder problemen gaan. Hop, ticket boeken, met die billen naar het vliegveld, vegeteren in het vliegtuig, en tadaa, je bent er! Voor mijn wederhelft en de kleine man ligt dat iets anders.

Stap 1; zorgen om visum/paspoort
Mijn wederhelft moet een Schengenvisum toegekend krijgen. Bij een visum heb je altijd de kans dat je wordt afgewezen. Om deze kans zo klein mogelijk te maken, staan mijn ouders garant voor hem. Verder hebben we alle documenten die we nodig hebben, van verzekering tot loonstrookjes. Alles. Een dikke vette envelop, in ruil voor een stempel in het paspoort.
De kleine man is gezegend met de dubbele nationaliteit. Hij gaat dan ook op beide paspoorten reizen en hij heeft dus geen visum nodig. Zijn Jamaicaanse paspoort was redelijk makkelijk aan te vragen. Voor zoals het er hier aan toegaat dan. Na de geboorte was mij verteld dat na twee weken de geboorteakte klaar zou zijn. Toen werd het zes weken, toen twee maanden, toen ‘zou het wel eens een jaar kunnen duren’. Voor een papiertje. We hebben toen met spoed een akte aangevraagd (heuj, extra kosten!) en die zou binnen zeven dagen klaar liggen, wat vervolgens toch maar weer twee weken duurde.
Bij de aanvraag van het paspoort zou hij niet mee hoeven. Mijn wederhelft zou het kunnen aanvragen. Ik vertrouw het systeem hier, voor zover dat er is, al lang niet meer, dus zijn we meegekomen. En dat was maar goed ook want men wilde zijn haar zien. Welke kleur het had, want dat was op de pasfoto niet duidelijk te zien.
Na een hele dag wachten was het Jamaicaanse paspoort van de kleine man aangevraagd.

Stap 2; paniek om visum/paspoort
Voor het Nederlandse paspoort van de kleine man zijn er iets meer eisen. Er moeten allerlei aktes aan te pas komen, waaronder de geboorteaktes van ons drieën. Met mijn akte is niets mis, die is in Nederland opgesteld. Maar de andere twee aktes zijn hier opgesteld, dus moet de overheid er niets van hebben. De oplossing hiervoor is legaliseren. In verweg-exotisch-Kingston. Maar daar heb ik geen tijd voor, om vier keer heen en weer te reizen. Hoe gaan we dit doen? Lichte paniek. Gelukkig is de broer van een vriend zo tof om dit op zich te nemen. Dit scheelt mij jaren van mijn leven. Legaliseren duurt lang; aktes inleveren bij het ministerie van BuZa van Jamaica, vijf dagen later aktes ophalen, afspraak maken bij het consulaat om de aktes te leveren, en de volgende week weer ophalen. Om ze dan vervolgens meteen weer in te leveren bij de paspoortaanvraag.
Om het met een understatement uit te drukken; ik maak mij zorgen om het Nederlandse paspoort van de kleine man. Hij is namelijk nergens in Nederland geregistreerd, en dat kan wel eens voor problemen zorgen. Wat nou als hij zijn paspoort niet krijgt, of niet op tijd krijgt? Moet ik hem hier dan achterlaten? Gadverdamme nee. De familie van mijn wederhelft is best ok, maar ik wil niet dan de kleine man bij hun verblijft. Ik integreer zoveel als ik kan, maar ik weiger de manier van opvoeden over te nemen. Kinderen worden hier als kleine soldaatjes behandeld. Gecommandeerd, afgeblaft. Als lappenpoppen gedragen. Nee. De kleine man moet mee!
Ik heb dus bedacht dat ik voor hem ook een Schengenvisum aan ga vragen, op zijn Jamaicaanse paspoort. Dit kunnen ze hem toch niet weigeren? Toch? Toch? *paniek*

Stap 3; verhoog de stress met eten
Aaah, ja, Nederlands eten. Sorry, familie en vrienden, maar ik droom toch vooral van Nederlands eten en de super om de hoek. Dit is nogal teleurstellend als ik daarna mijn koelkast open doe of de ‘supermarkt’ in ga. Wat een ellende. En die rijst komt me ook mn strot uit. Fijn land hoor, Jamaica, maar er zijn een aantal dingen waar ik gewoon niet aan kan wennen. Het was namelijk niet echt mijn keus om hier te komen, het plan was om na een jaar weer verder te reizen. Door (hele fijne) omstandigheden ben ik blijven hangen. Behalve de omgangsvormen die hier soms, zacht uitgedrukt, nogal vreemd zijn, loop ik ook niet echt warm voor het eten. 

Ik kan mijn ‘eigen’ eten al voor me zien. En dat is dan vooral kaas. Van de versafdeling in zo’n gezellig papiertje gewikkeld. Kaas waar je de dunne korstjes nog van af moet snijden. En verder gewoon meer variatie in broodbeleg dan de mierzoete jam en peperdure nutella van hier. Zes euro voor een potje. Wilt u in goudstukken betalen?
Oh, en dan eens weer groente eten. Echte groente, en niet dat laffe beetje ‘wat is dit’ wat ze hier eten, want ‘groente is decoratie’. Wat. Geen wonder dat jullie zo lekker obees zijn met je rijst en gefrituurde kip.
En zuivel. Zuivel! Mijn lichaam schreeuwt om zuivel. Kaas, vla, kwark, pudding, fruitmelk. Want melk is vies en fruitmelk is de bom. Melk is vies, maar toch drink ik het hier. Gadverdamme vieze melk en dan ook nog eens van die eeuwig lang houdbare ellende want verse melk is door de hitte zuur voordat je thuis bent. Die plastic ‘goudse’ kaas van 20 euro per kilo is t ook niet helemaal.

Resultaat:
Je maakt je zorgen om het Schengenvisum van je wederhelft, maar dit wimpel je nog af met een ‘komt wel goed, ze hebben geen redenen om hem te weigeren’. Toch blijft dit lekker in je achterhoofd zitten.
Deze zorgen krijgen dan visite van de paniek om het paspoort van de kleine man, maar dit wimpel je nog af met een ‘we vragen een visum voor hem aan, en dat kunnen ze hem heus niet weigeren’. Nu zitten er drie zorgen gezellig bij elkaar, visum, paspoort, visum, hand in hand.
Vervolgens kan je alleen nog aan deze zorgen denken. Dan komt daar frustratie de hoek om kijken. Frustratie van twee jaar paupereten te hebben gehad, en die voedt de stress nog eens extra. In de verte komt een nieuwe vriend aangelopen. ‘Hee, je had toch je verblijfsvergunning aangevraagd? Wat nou als..’ Aaaah nee nee stop houjemond.


Liever wil ik dat alles in kannen en kruiken is, ik veel te vroeg kan beginnen met inpakken en mijn bonuskaart afstoffen.

vrijdag 3 juli 2015

Voor een prikkie

Voor de tweede prik van het vaccinatieschema moesten we weer met de kleine man naar de kliniek (aka het betonnen hutje). En ook deze keer, net als de voorgaande twee bezoeken, was het feest. Er is iedere keer wel iets nieuws wat mij overvalt, ze zitten vol verrassingen. Helaas zijn dat nog geen positieve verrassingen geweest.

Uiteraard was het weer druk, maar we hadden iemand gehosselt die in alle vroegte een plek vasthield voor ons. We hadden nummer 2 (van de 28!) dus dat was mooi. Mijn wederhelft kon helaas geen vrij krijgen, dus hij zette ons af, en zou ons in zijn pauze weer komen ophalen. Ik had genoeg voeding, luiers en andere meuk mee om het een dag uit te houden, dus geen stress als hij wat later zou zijn.

Ik ging met de kleine man in het betonnen hutje zitten. Hij gaf na een tijdje eindelijk toe aan zijn loodzware oogjes en deed een dutje. Ondertussen kwam er... tjsa, wat? Ze is geen zuster.. een assistent? Het enige wat ze doet is de babies opmeten en wegen, je komt niet op consult bij haar.
Maargoed, assistent dus. Ze begon het betonnen hutje in een kerk te veranderen. Iedereen moest (ja, moest, niet mocht) meezingen met gospelliedjes. Daarna moesten we staan voor het gebed. Ik hoefde mij hier niet uit te redden, want de kleine man sliep bij mij op schoot. Een andere moeder had er geen zin in, en zij kreeg de wind van voren. Vrijheid van religie is hier nog niet geland.
Na dit festijn begon ze over borstvoeding, en niet te mild ook. Jezus, daar gaan we weer dacht ik bij mezelf. De kleine man werd langzaam wakker, dus zou hij snel zijn flesje willen. Ik maakte zijn flesje klaar. De feeks (voorheen:assistent) zag dit, en was binnen twee stappen bij me en ging me toch te keer. Wat, geef je hem flesvoeding, waarom geen borstvoeding, wat is er mis met jou?! Pardon. Ik was wel redelijk gewend aan de borstvoedingsmaffia, maar ik werd nu persoonlijk aangevallen in het overvolle betonnen hutje. Denk je dat ik het niet heb geprobeerd? Het ging niet, dus ik moest kiezen tussen verhongeren of flesvoeding. Maar dit kreeg haar niet rustig, die feeks ging maar door. Ze was aan het tieren over dat flesvoeding de makkelijke weg is, dat je dan lui bent, bla bla bla. Ik had haar zoveel te zeggen en wou haar best graag een knal voor dr harses verkopen, maar ik kan me geen strafblad veroorloven. Ik bleef zitten, hield mijn mond, sloot me af, en begon de kleine man te voeren. Hij keek fronsend naar de feeks, hij heeft nog nooit eerder iemand zich zó druk zien maken.

Later, toen de kleine man gewogen en opgemeten moest worden, vroeg ze mij zes maanden? Ik antwoordde nee, drie en dacht er zelf achter met flesvoeding, ja. Steek dat maar ergens waar de zon niet schijnt. De kleine man is namelijk niet zo klein; hij loopt nogal voor op de groeicurve.
Ze vertelde mij dat ze me niet persoonlijk wilde aanvallen. Ik reageerde hier niet op. Zou ze dit menen, of moest ze dit van haar collega's zeggen? En je valt me publiekelijk aan maar maakt excuses in een achterkamertje? Hou je excuses maar. Ik hoef ze niet.

Driemaal is scheepsrecht, het zou nu over moeten zijn met die borstvoedingsellende. Als ze er bij het volgende prikje wéér over beginnen, zal ik ook eens preken, opstaan uit mijn stoel en er mooie handgebaren bij maken;
Waar was jij toen ik alleen maar de godganse dag aan het voeden was? Waar was jij toen ik geen tijd had om zelf te eten? Waar was jij toen ik nog geen half uur slaap per dag kreeg? Waar was jij toen mijn borsten van cup B naar cup F gingen maar je tegelijk al mijn ribben kon tellen en mijn gezicht ingevallen was? Waar was jij toen ik wanhopig was en niet meer wist wat ik moest doen?
Sodemieter op met je borstvoedingpropaganda. Het werkt niet voor iedereen.


woensdag 6 mei 2015

Voedingterreur

Tijdens mijn zwangerschap werd mij al vaak de vraag gesteld door verschillende rangen van het medisch personeel 'Hoe ga je je kind voeden?' Dit was niet een gewone, onschuldige vraag. Er is namelijk een goed en fout antwoord. Het leek wel een test. Zou ik het goede antwoord geven? Iedere keer als de vraag gesteld werd, werd ik al verwijtend en licht afkeurend aangekeken. Alsof men ervan uitging dat ik het foute antwoord zou geven.

Er is hier namelijk flinke propaganda (ik heb er geen ander woord voor) gaande over borstvoeding. Kort samengevat heeft het de sfeer dat je een slechte moeder bent die niet van dr kind houdt als je geen borstvoeding geeft.
Borstvoeding is goed, gratis, het beste enz. Dit gaat samen met een aantal lijstjes die als posters aan de muur hangen: B is voor Best feeding, R is for Ready anytime, E is for Easy access.. u kent het wel. Het bruiloft-alfabet, maar dan anders. Ook is er een fantastische poster waarop een vrouw, die duidelijk ooit meer vet op dr lijf had, een kind, wat ongeveer een jaar oud lijkt, in haar armen heeft dat bij haar aan de borst ligt. Dit kind, wat meer vet heeft dan zn moeder, heeft haar duidelijk leeggezogen. Om het geheel af te maken, staat achter de vrouw een vent, vast de vader. Hij heeft haar schouders vast en staat als een gluiperd mee te kijken hoe het kind bij haar drinkt. Ja. Zeer uitnodigend.
Bij de bezoeken aan het ziekenhuis ging het qua voeding niet over de opties die er zijn, maar over welke je moet nemen. Als je het kleinste beetje neigt naar flesvoeding, krijg je de toorn van de strenge zuster over je heen en mag je jezelf gaan verdedigen waarom je dan geen borstvoeding gaat geven.

Ok, ik negeer die suffe posters en geef het borstvoeden een kans. Want het is wel makkelijk, je hebt altijd voeding voor je baby bij je.
Het is heel jammer dat het overal gepromoot, maar nergens uitgelegd wordt; Na de bevalling kreeg ik mijn kind in mijn handen gedrukt, met de woorden 'Ga maar borstvoeden' en dat was het dan. Hoe werkt dit? Wat moet ik doen? Voordat ik kon vragen hoe het moest, was de zuster al verdwenen. Te druk bezig met andere zaken.
Op de zaal in het ziekenhuis was het al niet veel beter. Iedereen bemoeide zich overal mee. 'Nee, je houdt je kind niet zo vast, maar zo.' Volgende persoon 'Nee, je moet hem zo vasthouden.' Weer een ander 'Is dit je eerste kind ofzo?' Heel fijn en bemoedigend. Toen ik bij een van de zusters aangaf dat het niet zo lekker ging en of ze me kon helpen, zei ze schertsend 'Formula.' Steek die maar in je zak. Je wil het graag doen, maar het lukt niet zo goed, en dan krijg je dit. Maar misschien had ik ook gewoon niets moeten verwachten van een ziekenhuis waar je je eigen wc-papier en beddengoed mee moet nemen, waar de toiletten (geen zeep en spoel maar door met een emmer) éénmaal daags worden schoongemaakt (op de kraamafdeling? Dat kan écht niet), amper eten krijgt en zelf maar drinken moet regelen.

Met borstvoeding hoort een baby om de twee uur ongeveer een half uur te voeden. Dit betekent dat je twaalf keer per dag voedt.. Maar, als het een half uurtje is, is dat prima te doen, toch?
Tsja, als het eens een halfuurtje zou zijn. Het hele circus duurt minstens een uur, Gemiddeld twee uur, en de uitschieter van zes (!) uur heeft mij doen besluiten dat dit te belachelijk voor woorden is en gewoon niet werkt. Het trekt mij leeg en ik slaap bijna niet. De kleine man blijft honger houden; hij krijgt geen voldoening. En tussendoor iets eten, douchen of schoonmaken is een hele opgave. Als ik de kleine wakker zie worden, denk ik bij mezelf  'Oh, nee, daar gaan we weer.' Dat is gewoon niet goed. Het is een heerlijk ventje wat niet moeilijk is. De band die je schijnt te krijgen van borstvoeding is in dit geval niet echt positief. Daar wil ik van af.
Ik ben overgestapt op flesvoeding, en het gaat goed. De kleine man drinkt lekker, slaapt goed en groeit goed. Daarnaast hebben we nu ook tijd om te spelen en te knuffelen, wat in mijn ogen net zo belangrijk is als goede voeding en schone billen.

Het eerste bezoek bij de lokale kliniek (een soort van betonnen hutje waar geiten omheen lopen), zes dagen na geboorte, had weer die gezellige sfeer. Ik gaf toen nog borstvoeding. De eerste zin die bij het consult tegen mij gezegd wordt; 'Je geeft toch wel borstvoeding?' 
Het tweede bezoek, met zes weken, was weer een ware sketch. Uiteraard was het weer veel wachten (we hadden nummer 9, en hebben van een ander nummer 3 overgekocht. Ik had geen zin daar de hele dag te zitten),
We, alle ouders met zes-weken-kindjes, werden toegesproken over voeding. Borstvoeding. En dat het t beste is en schande als je je kind wat anders geeft dan dat!
Tijdens dit gepreek kreeg de kleine man honger. Ik zat helemaal vooraan, onder de neus van de voedingvrouw. Uiteraard kent zij de hongersignalen van een baby, en ze leek te verwachten dat ik hem zou aanleggen aan mijn borst. Ik rommel wat in mijn tas, en haal er een fles water, leeg drinkflesje, en blik formula uit. Haar ogen leken bliksem te schieten, en ik kon voelen dat alle ogen in de wachtruimte op mij gericht waren. Zij gaat verder over de fantastisch-heid van borstvoeding, en dat je het vooral nooit moet opgeven! Ik maak kalm het flesje klaar en geef dit aan mijn kleine man, die al vol verwachting, blij kirrend, klaar zit in mijn armen. Hij herkent de geluiden namelijk. HAP! Hij pakt het flesje aan en begint er gelukzalig aan te drinken. De ogen blijven op mij gericht, maar het boeit mij niet zoveel. 'Kijk maar goed hoe het ook kan', denk ik bij mezelf. Alsof men gedachten kan lezen; nog geen 10 minuten later zijn er ineens meer flesjes. Is iedereen dan zo bang voor deze voedingterreur? Bang voor wat mensen over je zeggen en wat ze van je denken?
Daarna ging het over voeding met zes maanden. Babies mogen dan vast voedsel proeven (kleine beetjes eten en drinken). De voedingvrouw 'Verwacht niet dat je kindje meteen 4 oz opkan. Het zullen eerder twee theelepels zijn want de maag is nog zo klein' terwijl mijn kleine man heerlijk 5 oz wegtrekt vlak voor haar neus.
De Caraïbische schijf van vijf werd uitgelegd. Blijkbaar mag ik mijn kindje wel koolhydraten met dierproducten of peulvruchten geven, maar niet met groente. Het was niet duidelijk waarom. Dit is een heel vreemd statement als je komt uit een cultuur van aardappels met groente.

De zuster bij wie je op consult komt, gaat het met jou over family planning hebben, met andere woorden, maak niet te snel nog een baby. 'Het erover hebben' is blijkbaar nogal ruim op te vatten. Ze rommelt wat in haar bureaula, geeft me een vijftal condooms een één strip van de pil. En dat is het. Laat het nou precies de pil zijn waar ik niet zo goed tegen kan, omdat er teveel hormonen in zitten. Ik gaf dat aan, en nu mag ik dus mooi zelf iets regelen.